Gepubliceerd op 04-12-2017

mij

betekenis & definitie

mij - Persoonlijk voornaamwoord
1. accusatief en datief van ik, eerste persoon enkelvoud.
Hij ontsloeg mij''.
Hij gaf mij een baan''.
2. vorm van ik na een voorzetsel.
Van mij hoef je niets te vrezen.
Ze kocht een mooi cadeautje speciaal voor mij.

mij - Wederkerend voornaamwoord
1. eerste persoon enkelvoud.
2. : zich vergissen: ik vergiste mij.