Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie T
- tweegesprek
- tweegestreeptoctaafje
- tweegestreeptoctaafjes
- tweegestreeptoctaven
- tweehandig
- tweehandige
- tweehandiger
- tweehandigers
- tweehandigs
- tweehandigst
- tweehandigste
- tweehonderd
- tweehonderdeurobiljet
- tweehonderdeurobiljetje
- tweehonderdeurobiljetjes
- tweehonderdeurobiljetten
- tweehonderdste
- tweehoofdig
- tweehoofdige
- tweehoofdigs
- tweehuizig
- tweehuizige
- tweehuizigs
- tweejarig
- tweejarige
- tweejarigs
- tweekamerappartement
- tweekamerappartementen
- tweekamerappartementje
- tweekamerappartementjes
- tweekamerwoning
- tweekamerwoningen
- tweekamerwoninkje
- tweekamerwoninkjes
- tweekamp
- tweekampen
- tweekapper
- tweekappers
- tweekappertje
- tweekappertjes
- tweeklank
- tweeklanken
- tweeklankje
- tweeklankjes
- tweekleppige
- tweekleppigen
- tweekoppig
- tweekoppige
- tweeledig
- tweeledige
- tweelediger
- tweeledigere
- tweeledigers
- tweeledigs
- tweeledigst
- tweeledigste
- tweeletterwoord
- tweeletterwoordje
- tweeletterwoordjes
- tweelicht
- tweelichten
- tweeling
- tweelingbroer
- tweelingbroers
- tweelingbroertje
- tweelingbroertjes
- Tweelingen
- tweelingetje
- tweelingetjes
- tweelingtest
- tweelingtestje
- tweelingtestjes
- tweelingtests
- tweelingzus
- tweelingzusje
- tweelingzusjes
- tweelingzussen
- tweeluik
- tweeluiken
- tweeluikje
- tweeluikjes
- tweemaal
- tweemaandelijks
- tweemaandelijkse
- tweemotorig
- tweemotorige
- tweemotorigs
- tweepartijenstelsel
- tweepartijenstelseltje
- tweepartijenstelseltjes
- tweepartijensysteem
- tweepartijensysteempje
- tweepartijensysteempjes
- tweepartijensystemen
- tweepersoons
- tweepersoonshuishoudentje
- tweepersoonshuishoudentjes
- tweepolig
- tweepolige
- tweepoligs