Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie N
- nerot sjabbat
- nerot tamied
- nerts
- nertsje
- nertsjes
- nerven
- nerveus
- nerveust
- nerveuste
- nerveuze
- nerveuzer
- nerveuzere
- nerveuzers
- nervositeit
- nervositeiten
- nesech
- nesiiem
- nesjama
- nesjama jetera
- nesjamot
- nesjomme
- nesjommes
- nesse
- nessen
- nesser
- nessere
- nessers
- nest
- nestblijver
- nestblijvers
- nestblijvertje
- nestblijvertjes
- neste
- nestel
- nestelde
- nestelden
- nesteldrift
- nestelen
- nestelend
- nestelhaak
- nestelhaakje
- nestelhaakjes
- nestelhaken
- nesteling
- nestelingetje
- nestelingetjes
- nestelogen
- nesteloog
- nesteloogje
- nesteloogjes
- nestelring
- nestelringen
- nestelringetje
- nestelringetjes
- nestels
- nestelt
- nesteltje
- nesteltjes
- nesten
- nestend
- nestje
- nestjes
- nestkast
- nestkasten
- nestkastje
- nestkastjes
- nestor
- nestoren
- nestors
- nestte
- nestten
- nestvliedend
- nestvliedende
- nestvlieder
- nestvlieders
- nestvliedertje
- nestvliedertjes
- nestwarmte
- net
- net zomin … als …
- net zomin als
- netbeheer
- netbeheerder
- netbeheerders
- netbeheerdertje
- netbeheerdertjes
- netdrop
- netdropje
- netdropjes
- netdrops
- netel
- netelachtig
- netelachtige
- netelachtiger
- netelachtigere
- netelachtigers
- netelachtigs
- netelachtigst
- netelachtigste
- netelcel
