Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aanprijzend
- aanpunt
- aanpunten
- aanpuntend
- aanpuntte
- aanpuntten
- aanraad
- aanraadde
- aanraadden
- aanraadt
- aanraak
- aanraakbaar
- aanraakbaarder
- aanraakbaardere
- aanraakbaars
- aanraakbaarst
- aanraakbaarste
- aanraakbare
- aanraakscherm
- aanraakschermen
- aanraakschermpje
- aanraakschermpjes
- aanraakt
- aanraakte
- aanraakten
- aanraden
- aanradend
- aanrader
- aanraders
- aanradertje
- aanradertjes
- aanrake
- aanraken
- aanrakend
- aanraking
- aanrakingen
- aanrakingspunt
- aanrakingspunten
- aanrakingspuntje
- aanrakingspuntjes
- aanrakinkje
- aanrakinkjes
- aanrand
- aanrandde
- aanrandden
- aanranden
- aanrandend
- aanrander
- aanranders
- aanrandertje
- aanrandertjes
- aanranding
- aanrandingen
- aanrandinkjes
- aanrandt
- aanrecht
- aanrechten
- aanrechtend
- aanrechtje
- aanrechtjes
- aanrechtkastje
- aanrechtkastjes
- aanrechtte
- aanrechtten
- aanreden
- aanreed
- aanreeg
- aanregen
- aanreik
- aanreiken
- aanreikend
- aanreikt
- aanreikte
- aanreikten
- aanreken
- aanrekende
- aanrekenden
- aanrekenen
- aanrekenend
- aanrekent
- aanricht
- aanrichten
- aanrichtend
- aanrichtte
- aanrichtten
- aanried
- aanrieden
- aanriep
- aanrij
- aanrijd
- aanrijden
- aanrijdend
- aanrijding
- aanrijdingen
- aanrijdinkje
- aanrijdinkjes
- aanrijdt
- aanrijg
- aanrijgen
- aanrijgend
