Gepubliceerd op 13-11-2017

drogist

betekenis & definitie

drogist - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) detaillist die allerlei artikelen voor lichaamsverzorging verkoopt in zijn drogisterij
Bij de drogist stond ik wat onschuldige zalfjes en pleisters te zoeken, toen ik rechts van mij een vrouw tegen een man hoorde zeggen: „Hé, inlegkruisjes voor mannen, ik wist niet dat die bestonden.”

Woordherkomst
afgeleid van het Middelnederlandse 'droghe' met het achtervoegsel -ist