Gepubliceerd op 13-11-2017

dombo

betekenis & definitie

dombo - Zelfstandignaamwoord
1. sufferd
Pannenkoek: dan krijg je dat. Nooit eerder was Marco zo beledigd en heel Nederland voelde met hem mee. Een voormalige held vergelijk je niet met een kindertraktatie. Klootzak: oké. Zakkenwasser: moet kunnen. Prutser, nietsnut, hufter, dombo — alles is beter dan iemand die zijn stinkende best doet uit te maken voor een bruin en plat gerecht bestaande uit meel, melk, ei en een snufje zout.

Woordherkomst
uit het Amerikaans-Engels dumbo