dadeloosheid - Zelfstandignaamwoord
1. het dadeloos zijn
♢ De dadeloosheid van de depressieve patiënt was vreselijk om aan te zien.
Woordherkomst
afgeleid van dadeloos met het achtervoegsel -heid
Gepubliceerd op 03-10-2017
dadeloosheid
betekenis & definitie