boerenkool - Zelfstandignaamwoord
1. (groente) een kool met sterk gekrulde bladeren
♢ De boerenkool groeit maar in een bepaalde tijd.
♢ Wij houden erg van boerenkool.
2. (metonymisch), (overdrachtelijk), (voeding) een stamppot van boerenkool met aardappelen
♢ Boerenkool met worst.
Woordherkomst
samenstelling van boer en kool met het invoegsel -en-
Synoniemen
[2] boerenkoolstamppot
Gepubliceerd op 10-11-2017
boerenkool
betekenis & definitie