Gepubliceerd op 10-11-2017

boerenkool

betekenis & definitie

boerenkool - Zelfstandignaamwoord
1. (groente) een kool met sterk gekrulde bladeren
De boerenkool groeit maar in een bepaalde tijd.
Wij houden erg van boerenkool.
2. (metonymisch), (overdrachtelijk), (voeding) een stamppot van boerenkool met aardappelen
Boerenkool met worst.

Woordherkomst
samenstelling van boer en kool met het invoegsel -en-

Synoniemen
[2] boerenkoolstamppot