binden - Werkwoord
1. vastmaken (evt. figuurlijk)
♢ Hij bond de boot met een touw vast aan de paal.
♢ Door het schriftelijke contract waren de beide bedrijven gebonden aan de gemaakte afspraken.
2. iets om iets anders leggen
♢ Hij bond een sjaal om zijn nek om een verkoudheid te voorkomen.
3. dikker maken van een saus meestal door bloem
♢ Hij heeft de soep gebonden door er bloem aan toe te voegen en daarna te koken.
4. niet meer helemaal vrij zijn
♢ Het vrije ondernemerschap is in Nederland gebonden aan wet- en regelgeving.
Woordherkomst
Komt uit de PIE-wortel *bhendh en het Gotische bindan.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: