bezorgen - Werkwoord
1. (ditr) iemand iets ~: bij iemand aan huis afleveren
♢ Hij kreeg een groot pak bezorgd.
2. (ov) bij iemand veroorzaken
♢ Je bezorgt me hartkloppingen met dat lawaai.
3. (ov) goederen op een bepaalde plaats brengen, bestellen
♢ Ik bezorg iedere week de boodschappen bij de mensen thuis.
4. (ov) verschaffen
♢ Ik kan je alles bezorgen wat je nodig hebt.
Woordherkomst
afgeleid van zorgen met het voorvoegsel be-
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: