Gepubliceerd op 10-11-2017

beverig

betekenis & definitie

beverig - Bijvoeglijk naamwoord
1. bij voortduring licht schokkend bewegen, onregelmatige trilling vertonend
Op 22 augustus 1854 schreef M.C. van Hall in beverig handschrift - hij was 86 jaar - het briefje dat aan het dictaat werd toegevoegd: (…)
2. koortsig, rillerig
Ze is toch ook wel beverig en heet en koud tegelijk.

beverig - Bijwoord
1. onvast, sentimenteel
Het klinkt slap en beverig als ik het zo zeg, maar ik ben nu eenmaal een overlevende van toen.

Woordherkomst
afgeleid van de stam van beven met het achtervoegsel -erig