Gepubliceerd op 10-11-2017

beenloos

betekenis & definitie

beenloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder benen (ledemaat waarop een mens staat)
Er is een speciale klasse bij de paralympische spelen voor beenloze mensen.
2. zonder beenderen (botten)
Filet is een benaming voor beenloos vlees.

Woordherkomst
afgeleid van been met het achtervoegsel -loos

Synoniemen
[1] beneloos
[2] beenderloos