Gepubliceerd op 31-10-2017

afdoen

betekenis & definitie

afdoen - Werkwoord
1. (ov) een gerezen vraag of tegenwerping als onbetekenend voorstellen
Hij deed dat af alsof het een slechte grap was..
2. (ov) een sieraad of kledingstuk afleggen
Hij had zijn hoed nog niet afgedaan.
3. ten einde brengen, niet langer werkzaam of geldig zijn
Die zaak heeft al lang afgedaan.
Hij is niet meer belangrijk voor me nadat hij zo vervelend deed, hij heeft helemaal voor mij afgedaan.
4. minder belangrijk maken
Hoewel de uitkomst rampzalig was deed dat niets af aan de goede bedoelingen die hij toch had.

Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en doen(werkwoord)

Verwante begrippen
[1] afhandelen, [1,2] afleggen, afwikkelen, afzetten, uitdoen, uitkrijgen, uittrekken, [3] afsluiten