Rouleren - in een strak tempo rijden, waarbij verschillende renners elkaar aflossen. Van Fr. rouler. Ook gebruikt in de zin van soepel fietsen. Vgl. rouleur.
We rouleren, als ik langs Teissonnière schuif vraag ik waar die renner van Cycles Goff ontsnapt is. - Tim Krabbé, De renner (1978)