Wetenswaardig Allerlei

T. Pluim (1922)

Gepubliceerd op 25-01-2017

Hiaat

betekenis & definitie

Hiaat (Lat.: hiatus = kloof, spleet, gaping). In de taalkunde noemt men een hiaat de opeenvolging van twee klinkers, en wel een toonloze op 't einde van 't eerste woord en een betoonde aan 't begin van 't tweede woord, bijv. de wond; het huisje is klein. In de poëzie is zulk een hiaat niet toegestaan, of liever de beide lettergrepen smelten tot één lettergreep samen; dus d' avond. Bij uitbreiding beteekent hiaat elke graping of leemte, ook een kale plek op het hoofd.

< >