leemte
...
Wiktionary (2019)
leemte - Zelfstandignaamwoord 1. een plaats waar iets ontbreekt Woordherkomst afgeleid van lam met het achtervoegsel -te
Muiswerk Educatief (2017)
leemte - zelfstandig naamwoord uitspraak: leem-te 1. wat eraan ontbreekt ♢ er is een duidelijke leemte in zijn verhaal Zelfstandig naamwoord: leem-te de leemte de leemtes ...
Dr. E. Schröder (1980)
Het hedendaagse Nederlands kent het woord leemte alleen in de betekenis: gaping, lacune en speciaal in de verbindingen: in een leemte voorzien en: een leemte aanvullen. Maar het woord heeft een lange weg moeten afleggen alvorens tot die betekenis te komen. Het stamt af van: lam en woorden als: loom en: belemmeren horen tot dezelfde familie. Belemme...
Hans Heestermans (1977)
leemte - venerische ziekte; eig. ‘gebrekkigheid’. Elck seydt, sal Trijntjen die Hoer-jager trouwen? Soo mach sy Sint Job wel ontsteken een kaers, Hy sal haer ... aen pocken (nl. Spaanse pokken, V.) en leemten helpen binnen 's Jaers, VISSCHER, Brabb. 85 [± 1600].
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-n), 1. zedelijk gebrek, fout, ondeugd: leemten en gebreken; 2. gaping, lacune: dat is een leemte in zijn betoog; de leemten aanvullen; in een leemte voorzien; leemten vertonen (ook in de bet. 1.).
M. J. Koenen's (1937)
v. leemten (gebrek; gemis; uitlating; tekortkoming): er is een leemte in dat betoog, er komt niet in voor, wat er in voorkomen moest; de ontbrekende leemten aanvullen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: