Wanneer bij de Romeinen iemand naar een staatsambt dong, kleedde hij zich in een helder wit gewaad („toga Candida") en ging daarmee bij de kiezers rond om hun stemmen te verwerven.
Vandaar dat wij iemand, die naar een ambt dingt of zich voor een examen opgeeft, nog altijd kandidaat heeten. Een candidaat-notaris bijv. heeft wel het vereiste examen afgelegd, maar wacht nog op een plaats. Evenzo is een candidaat tot den H. Dienst bevoegd om als predikant beroepen te worden.