Wetenswaardig Allerlei

T. Pluim (1922)

Gepubliceerd op 25-01-2017

Canon

betekenis & definitie

Canon, uitgesproken als Kanon (Gr. kanoon — regel, richtsnoer, maatstaf). Dit woord kan verschillende betekenissen hebben. Zo onder anderen: de regelen betreffende het geloof en de kerkelijke tucht: De canons van het Vaticaans concilie; de apostolische canons, een verzameling van reglementen, dagteekening uit de eerste eeuwen der kerk; de boete-canons, vaststellende de boetedoeningen, die vroeger werden opgelegd aan de zondaren om vergiffenis te krijgen.

Verder beteekent het woord: de officiële catalogus der door de R.-K. kerk erkende Heiligen ; de catalogus der boeken uit de H. Schriftuur, die door de kerkelijke overheid worden beschouwd als zijnde door God ingegeven. De canon van de H. Schrift bestaat voor de Herv. kerk uit 2 delen: de boeken van het Oude, en die van het Nieuwe Testament. Ook was oudtijds canon de lijst, waarop de namen ingeschreven werden van de geestelijken aan een bisschoppelijke kerk (kathedraal), die zich tot een gemeenschappelijk leven verbonden (Canonici = kanunniken; z. d. w.). Verder beteekent canon in de kerktaal een besluit van een algemeene kerkvergadering, hetwelk als „regel" of wet geldt en waarvan het niet-opvolgen met den ban gestraft wordt. Ook is „canon" een voornaam gedeelte der H. Mis. In de muziek is canon het zoog. „ketting gezang," dat wij als bekend mogen onderstellen.