Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Gevels

betekenis & definitie

Gewoonlijk verstaan we onder den gevel van een huis den voorkant, soms ook worden de andere zijden gevel genoemd, maar dan spreken we ter onderscheiding van: voorgevel, achtergevel, zijgevel enz.

In de Griekse en Romeinse bouwkunst noemde men oorspronkelijk gevel of wel fronton, den driehoek (aan de voorzijde van het gebouw), waarvan de benen gevormd werden door de zijkanten van de beide glooiende dakvlakken. De hoogte van dien driehoek was zeer gering in verhouding tot de lengte van de basis. Het fronton werd dan gedragen door zuilen en was dikwijls met reliefs (zie: Bas-relief) versierd, zoals b.v. het fronton van het Parthenon te Athene.
In minder warme streken maakte het kilmaat ’t noodzakelijk den voorgevel (evenals de zij- en achtergevels) gesloten op te bouwen en toen ging meteen de naam gevel op de gehele voorzijde van het huis over, Uit den aard der zaak zal de gevel den vorm van de dwars-doorsnede van het gebouw moeten hebben. Heeft het dak den vorm van een min of meer gestrekte omgekeerde V (zadeldak), dan zal de gevel eveneens spits-toelopend moeten eindigen en dan verkrijgt men dus de juist voor ons land zo typische trapgevels en tuitgevels.
Is daarentegen het dak plat, dan zal de gevel eveneens waterpas langs het dak eindigen en aanleiding geven tot de fraai versierde gootlijsten, die ons vooral uit de 18e eeuw zijn overgebleven.

< >