Gepubliceerd op 16-11-2020

Witte Giervalk

betekenis & definitie

Onofficiële, maar anno 2003 goed begrepen N naam voor de witte kleurfase van de Giervalk ←. [De naam komt voor op de 'pieperlijst' van Dutch Birding semafoonhouders als nummer 211, met als bijbehorende wetenschappelijke naam dezelfde als die van "nummer 210 Giervalk": Falco rusticolus.] Vroeger werd aan de naam van het lemma de wetenschappelijke naam "Falco rusticolus candicans Gmelin 1788" verbonden; toen ging men ervan uit dat de Witte Giervalk een ondersoort of subspecies was.

BENOEMINGSGESCHIEDENIS Bij Houttuyn heette dit taxon Witte Valk (p.149en150), welke naam echter op p.172 en bij de "Aanwyzing der Plaaten" (Plaat 31 afbeelding 3) niet genoemd wordt (daar: "Giervalk"). Thijsse 1944 noemt de naam van het lemma (p.83). De CNNV 1946 stelde "Groenlandsche giervalk" voor.

Houttuyn: "De witte Valk munt in schoonheid boven de anderen uit, en wordt hierom by de Vorsten meest geagt. Veele Leenmannen, in sommige deelen van Europa, zyn verpligt geweest, aan hunnen Leenheer jaarlyks hulde te doen, met denzelven zulk een Vogel ter hand te stellen ... De Koning van Denemarken zendt jaarlyks een Schip naar Ysland, om van daar, inzonderheid, witte Valken te haalen, die van hem wel eens worden present gedaan aan deeze of gene Mogendheden."