Gepubliceerd op 16-11-2020

Tafeleend

betekenis & definitie

Aythya ferina (Linnaeus: Anas) 1758. Duikeend die in het grootste deel van Europa voorkomt; ook in de Lage Landen, maar het broeden hier is pas van na c.1900 bekend.

BENOEMINGSGESCHIEDENIS Houttuyn 1763 noemt Linnaeus' 27e Eend, Anas Ferina: Rosse Eend. Zijn tekst luidt (p.57): "(27) Eend met de Wieken Aschgraauw en ongevlakt, de Stuit zwart. Onder de wilde Eenden voert deeze den naam van de graauwe of bruine; hoewel hy ook Rood-Kop en Rood-Hals genoemd wordt, om dat die deelen Kastanie-bruin zyn. Sommigen hebben hem middel-Eend geheten; om dat hy kleiner dan de Eenden is en grooter dan de Talingen. De Engelschen noemen hem Pochard, de Franschen Millouin. Daar zyn 'er ook, die den naam van Penelope aan deezen toeeigenen, en hy wordt van de Duitschers wel Rot-Endt, dat is roode of rosse Eend, geheten. De Bek en Pooten zyn blaauw-agtig."

B&O 1822 nemen de door Houttuyn genoemde namen over: "Anas Ferina L. De Rosse-Eend, graauwe of bruine Eend, Roodkop, Roodhals."

Schlegel 1828 geeft de naam tafeleend; Schlegel 1844 vermeldt naast F Millouin commun ook D Gemeine Tafelente. Juist omdat de (van oorsprong) Duitser Schlegel in het spel is, is de N naamvermoedelijk (in 1828) uit het D overgenomen. Schlegel geeft in 1852 "DE TAFELEEND". De naam staat gelijk in dit lettertype, wat in dit geval betekent dat hij niet omstreden of onwennig of onofficieel is (zoals wel wanneer de vogelnaam in cursief staat).

De suggestie die Blok 1988 doet ten aanzien van het element Tafel en zijn correctie hierop (1995) vatten het probleem van de etymologie van deze vogelnaam goed samen. D Tafelente en deens/noors Taffeland laten toe uit de veelzijdige betekenis van tafel (/taffel) een geschikte keus te maken, en 'paneel' lijkt goed van toepassing op deze soort die wegens zijn egale zijvlakken aan een 'sandwich-man' doet denken. Ook 'eettafel' is echtereen goede mogelijkheid [Suolahti 1909], en de wetenschappelijke naam door Linnaeus in 1758 gegeven zou hiernaar kunnen verwijzen indien ferina opgevat wordt als 'wildbraad' [Jobling 1991; Curry-Lindahl 1959; contra Coomans de Ruiter et al. 1947]. Een oudere naam bij Gesner "Anas fera fusca" ('donkerbruine wilde eend'), was aan Linnaeus bekend. In Jonston 1660 staat die naam ook (bij een Tafeleend of ♀ Kuifeend), zij het dat daar fera en fusca van plaats verwisseld zijn. {IJsl Skutulönd 'Tafeleend', letterlijk schotel-eend, zou ook eerder naar de eettafel (met de schotels daarop) kunnen verwijzen. Oudnoords skutill 'schotel' <oudengels scutel >E scuttle 'kolenbak' <Lat scutella, scutula 'kleine platte schotel, schaaltje' <Lat scutum 'in de lengte gebogen rechthoekig houten en met leer overtrokken schild van de romeinse soldaten' [WGR]}.

E Pochard 'Tafeleend' <E pochardae (gelatiniseerde vorm bij Turner 1544) <F pochard 'dronkaard'; het synoniem hiervan sac a vin zal ooit een letterlijke betekenis gehad hebben waarbij men zich een grove, buitenformaat grijze zak kan voorstellen, eigenlijk precies zo als een Tafeleend er uitziet als je de kop wegdenkt. Sp Porrón Comun steunt dit idee met de 'sac a vin'; porrón betekent nl. ook 'waterkruik', 'tuitfles om de wijn met een straal in de mond te laten lopen'. De verklaring via F poche 'zak, strop' en E poach 'stropen' zou kunnen wijzen op de Tafeleend als gewild gevogelte voor op tafel, maar is om verschillende redenen niet te handhaven. Lockwood 1993 gaat voor E Pochard niet uit van F invloed (ondanks de spelling bij Turner), en verklaart synoniem E Poker als 'Eend die snavel in substraat steekt (op zoek naar voedsel)', op een manier zoals men een pook in het vuur steekt om het op te porren. Deze verklaring sluit aan bij de (ws.) terechte veronderstelling dat de naam ook (of juist) voor Grondeleenden gebruikt werd (voor Duikeenden gaat het niet op).

Een laatste verklaring (mb.021015) voor E Pochard gaat uit van een foute toepassing in het E van F *Pochard 'vogel met een grote krop', bij vergissing 'vogel met een grote snavel'. Zo'n naam kan heel goed bestaan hebben, want er was ook F Poche 'Lepelaar' (zie citaat uit Houttuyn 1763 sub Schoffelaar). De overdracht zal het meest plausibel verlopen zijn via de Slobeend (heeft net als de Lepelaar een grote snavel, en heeft met deze de E (volks)naam Shoveler/Shovelard gemeen). Slobeend en Tafeleend hebben gemeenschappelijk dat ze allebei in Engeland en Frankrijk, en in ongeveer dezelfde biotoop voorkomen. (WNCD 1980 kent aan de Pochard "a large head" toe; ws. een reminiscentie aan het gebruik van de naam voor de Slobeend!)

ETYMOLOGIE N tafel <N Tafel [=Lat mensa; VKc.1618] <mnl tafel, tafele, tavel(e), taffel(e); fries tafel; D Tafel (D Tisch (~N dis) is het gewone woord voor 'etenstafel') <ohd tavala, tabala; E table <F table, maar ook oudengels tabule; zweeds taffel, noors tavle (maar gewoonlijk zweeds/noors bord 'etenstafel'; F table (1050); <Lat tabula 'plank, bord'; ook 'schrijfplank, rekenbord, lei'; tabula rasa ‘nog onbeschreven blad, pasgeborene'; ook ‘speelbord, tafel van de wet' etc.). In de Middeleeuwen at men van tijdelijk op schragen geplaatste planken, vandaar de betekenisontwikkeling van ‘plank' naar ‘etenstafel' als vast meubelstuk. In het verwante N tafereel (<oudf tavlel <Lat tabella 'plankje') heeft in het N dissimilatie van de l plaatsgevonden (waardoor de uitspraak gemakkelijker is geworden!).