Gepubliceerd op 16-11-2020

-stuit

betekenis & definitie

Onderdeel van de vogelnamen Geelstuitzanger, Roodstuitzwaluwen Witstuitbarmsijs.

ETYMOLOGIE N stuit (=bij de mens onderste, bij vogels achterste gedeelte van de rug) <mnl stuut, stuyt; vlaams stiet; D Steiß (="gestutzer Körperteil" <Steufi <ohd stiuz 'bil' [Wahrig 1992] (D stutzen 'snoeien, inkorten, stomp maken'); oudnoords stutr 'jonge Os (met stompe horens)' (vgl. oudnoords stuttr 'kort' sub Stint). De oorspr. betekenis is: het stompe achterdeel van het lichaam. Het woord staat ablautend naast stoot, stoten.

De vogelnaam Stint is misschien etymologisch verwant. NEW 1992 (p.715 sub stuiten) echter wijst ditverband af.