Gepubliceerd op 16-11-2020

-snavel -snaffel

betekenis & definitie

Onderdeel van vogelnamen als Geelsnavelduiker, Geelsnavelkoekoek, Kortsnavelzeekoet, Roodsnavelkeerkringvogel, Swartsnaffelmok, Witsnavelduiker etc. Synoniem -bek ←.

Lat rostrum.ETYMOLOGIE N snavel <mnl snavel 'snavel, bek, slurf van een olifant' [jvM c.1266]; saksisch, mnd snavel; fries snaffel <oudfries snav(e)l; D Schnabel (<mhd snabel <ohd snabul) staat in verband met mhd snaben 'snuffelen' (D schnappen is hetintensivum hierbij) en is gevormd door het suffix-el (<-ila), waarmee o.a. lichaamsdelen of gereedschappen worden aangeduid (D Scheitel 'schedel', Bürzel 'stuit', Meißel, Schaufel 'schoffel', Schlegel 'slegel', Deckel; N beitel, sleutel); oudnoordssnafdr 'begerig' [AEW].

Snavel is een "snwoord", zoals ook snuiven, snuffelen, snappen, snakken, snoepen, snuit, sneb, Snoek, Snip ← en Snutsvink ←, en zonder s is er N neb en E neb, nib 'snavel' (gewoner is bill), noors nebb, zweeds näbb (<oudnoords nebbi). "Sn-woorden" hebben te maken met de neus of wat men daarmee doet.