Gepubliceerd op 16-11-2020

Sint-Maartensvogeltje Sintermerte(n)s veugelke

betekenis & definitie

Volksnaam voor het Goudhaantje [Vroeg 1764 p.16] of ook wel de Grote Bonte Specht. Het Goudhaantje is vooral een wintergast in N, of verschijnt althans tegen 11 november (Sint-Maarten) in tuinen, waardoor het aan de mensen opvalt.

Meertens 1971 oppert dat de limburgse volksnaam Meertje (=Kneu) misschien met het Sintermertens veugelke samenhangt, ws. op grond van overeenkomende letters in de naam. J P G Gommans 1967 (inhet Vogeljaar 15(5): 422) maakt aannemelijk dat in het folkloristische kinderliedje "Sinter mertens vögelke haet ein roëd kögelke ... en ein blauwe sjtertje ..." de Ijsvogel bedoeld wordt. "Kögelke" moet dan geïnterpreteerd worden als 'jasje' (kogel =kovel, keuvel =kap of kapmantel). Het klopt ook mooi met F Martin-pêcheur (<Martinetpêcheur (1553)) = Oiseau Saint-Martin 'IJsvogel', genoemd naar de heilige Martinus. Mogelijk is met Lat Martini avis (letterlijk 'de vogel van Sint-Maarten') dezelfde soort bedoeld. Hier echter treedt verwarring op met Lat Martis avis (letterlijk 'de vogel van de oorlogsgod Mars') (ook: picus Martius) waarmee ws. de Zwarte Specht Dryocopus martius werd bedoeld. De vogel had althans een rode kuif.

Bij gebrek aan Zwarte Spechten (destijds!, Middeleeuwen) is in N hiervoor wellicht intuïtief de Grote Bonte Specht gekozen, waarvan het f ook iets rood aan het achterhoofd heeft. Het "roëd kögelke" ('rood kapje') uit het kinderliedje past er dan goed bij. Minder past het bij het Goudhaantje dat immers een oranjegeel kapje heeft. Maar "het blauwe staartje" past alleen maar goed bij de IJsvogel. Ook voor de IJsvogel geldt dat hij vooral tegen de winter (zeg 11 november) goed aan de mensen gaat opvallen. [Pannekeet 1990 p.165; Jobling 1991 p.141; vgl. ook 'Kinderspel en Kinderzang 1' voor een iets andere tekst van het liedje ("kapeugeltje")].Het is mij nog onduidelijk, aan welke naam F Martinet 'Gierzwaluw' gekoppeld is. "Boodschapper van Mars" zou het als verklaring goed doen, maar Robert 1993 en C&C 1995 verwijzen naar de eigennaam Martin. Hiermee kan SintMaarten zijn bedoeld, maar in dit geval moet men diens naamdag (11 november) vergeten, want de Gierzwaluwen zijn dan al hoog en breed uit Europa verdwenen! HetFwoord Martin(et) is in het E overgegaan en is daar de benaming voor veel vogelsoorten geworden, bijv. House Martin = 'Huiszwaluw'; Martinet (lok.) ='Gierzwaluw' [Lockwood 1993p.100].