Gepubliceerd op 16-11-2020

Scharluip Scharluup

betekenis & definitie

Volksnaam voor de Griel ←. Van Bemmelen (in Wickevoort Crommelinetal. 1858 p.214) geeft op: "Broeit jaarlijks in de Wassenaarsche duinen; draagt aldaar en elders den naam van Scharluip".

Schlegel noemde een dergelijke naam in 1852 nog niet, maar neemt hem in 1858 wél over: "Scharluip of Scharlupen". Mogelijk werd de ui in Scharluip ooit nog uitgesproken als [uu]. Waarschijnlijk is Scharluup een klanknabootsing. Ten tijde van de naamgeving kenden de mensen de soort kennelijk goed. Nu ligt dat, in N althans, duidelijk anders. De lettergreep scharis ws. niet toevallig dezelfde als in de vogelnaam Scharrelaar ←. Wanneer het tweede element (-luup) de klemtoon heeft, kan dit de roep van de vogel goed uitbeelden, en is de naam op dit punt volledig te vergelij ken met F Courlis 'Wulp' die ongeveer eenzelfde roep heeft.ETYMOLOGIE mnl scarren, scharren, scherren 'een knarsend geluid maken als gevolg van krabben of graven' waarvan de stam verbonden is met' -luup' (zieLieuw). D/mhdscharren 'graven, krabben, schrap(p)en'; noors/zweeds (dial.) skarre, skarra een bepaald schrapend of schurend geluid maken' <oudnoords skarr 'lawaai, oproer'. Deze en andere germ woorden worden opgevat als varianten met voorgeschoven s en dan verbonden met Lat carduus Distel' en carro (caro) 'wol kaarden', R korósta korst. Idg *(s)kars ' krabben, kammen' [NEW; VT]. Gezien het steeds meer op de achtergrond raken van het akoestische aspect (naarmate men verder in de tijd teruggaat) zal de idg wortel *(s)kars nietverbonden kunnen worden met de idg wortel *(s)ker-, (s)kordie de basis was van Raaf ← en Scholver (zie sub Schollevaar).