Gepubliceerd op 16-11-2020

Mantelmeeuw

betekenis & definitie

Vroeger (vanaf Houttuyn 1763) officiële, thans verouderde N naam; ook nog volksnaam voor de Grote Mantelmeeuw ←. Deze en de Kleine Mantelmeeuw worden in het volwassen kleed gekenmerkt door een zwarte 'mantel' bij een verder geheel wit verenkleed.

Onder 'mantel' bij een vogel wordt hier verstaan: de bovenvleugeldekveren (liefst met inbegrip van de bovenzijde van de slagpennen) samen met de aan de rugzijde ingesloten partij veren. Alleen deze laatstgenoemde verenpartij heet tegenwoordig ook mantel (in engere zin dus). Als friese volksnamen ook Manteldrager en Mantelman (Schiermonnikoog). D Mantelmöwe; oude F naam Goéland a manteau noir.

ETYMOLOGIE N/mnl mantel <m.e.Lat/Lat mantellum; (?) <keltisch.