Volksnaam voor de Vink ←. De naam wordt gemeld door Gavere & Bemmelen 1856 voor "eene standvastige variëteit door de geheele provincie Groningen, met een klein wit vlekje op het midden van den nek".
VPG 1983 vermeldt de naam echter niet meer. Uitgaande van dit laatste kenmerk als benoemingsmotief zou men kunnen denken aan Kolfvink <*Kolvink (met metanalyse), waarbij het witte vlekje de 'kol' zou kunnen zijn. De locatie van de kol op de kop is dan echter wel een andere als bij de Kolgans.Men zou ook kunnen vermoeden dat de naam ingegeven is doordat Vinken misschien aan Maïskolven knabbelden. In dit (onwaarschijnlijke) geval kan de naam niet van voor 1492 zijn, want Maïs Zea mays is uit Amerika geïntroduceerd.
ETYMOLOGIE Misschien is de naam een verbastering van *Kafvink, 'de Vink die tussen het kaf naar graankorrels zoekt'. In dit geval is er dan een volledige parallel met het E (Chaffinch <oudengels ceaffinc) en me.Lat Furfurio 'Vink' (furfur 'zemelen') [Weekley 1967].
