Komijn of komijnzaad - Deze specerij is afkomstig van eenschermbloem, de komijnplant (Cumimum cyminum). Het gewas lijkt veel op karwij. Het zaad wordt gekweekt in Marokko, Klein Azië, Spanje en Frankrijk, Ook in ons land wordt het verbouwd. De specerij wordt toegevoegd in kaas, de z.g. komijnekaas.
Hierin werkt het Zaad, behalve als aromaticum, ook conserveerend. In kaas wordt komijnzaad meermalen met kummelzaad verwisseld (Duitsche kummelkaas). Komijnzaad is belangrijk meer bitter en scherp dan kummel. Een andere vervalsching is het gebruik van afgestookt zaad (waaruit de vluchtige olie verwijderd is). Dergelijke zaadjes zijn gekneusd en reukloos.
Vaak is komijnzaad verontreinigd met zaadjes van de weegbree of de groene Naaldaar. Het komijnzaad bevat veel vluchtige olie. Ook bij de likeurbereiding vindt het zaad en de olie wel toepassing. De specerij moet voldoen aan de algemeene eischen, die onder Specerijen beschreven staan.
Komijnzaad mag na verbranding niet meer dan 8 % asch achterlaten, (zaad, dat met klei verontreinigd is kan hierdoor herkend worden). Het gehalte aan vluchtige olie mag niet lager zijn dan 1,5 %, waardoor voorkomen wordt dat afgestookt zaad en minderwaardige soorten in den handel gebracht worden. Verpakt komijnzaad moet duidelijk als zoodanig aangeduid worden. Onverpakt moet de waar op bakken, flesschen enz. worden aangeduid met Hoofdletters van minstens 1,5 centimeter hoogte en minstens 1 millimeter lijndikte.
