fransch departement, aldus genoemd naar het riviertje V. en naar de voormalige landstreek van dien naam, waartoe echter de geheele kuststreek van West-Frankrijk gerekend werd. Het dep., ongeveer het oude Beneden-Poitou, grenst aan de dep. der Neder-Loire, der Maine en Loire, der beide Sèvres, der Neder-Charente en aan den Atl. oceaan, telt op een oppervlakte van 6971 km.2 441.311 inw. (in 1901), is verdeeld in drie arrondissementen: Napoleon-V., Fontenay-leComte en Sables-d’Olonne met 30 kantons, en heeft het vroegere Bourbon-V., thans Napoleon-V. tot hoofdstad.
Het midden- en bovendeel der eigenlijke V. is vlak en slechts in het o. heuvelachtig en boschrijk, deswege Le Bocage genoemd; in het z. is zeer vruchtbaar marschland (Marais). Het klimaat is gezond, doch veranderlijk. Vóór de kust liggen verscheidene eilanden.
Geschiedenis
V. is vooral bekend door de burgeroorlogen tijdens de groote fr. revolutie, doch in dien zin wordt tot V. ook gerekend het grootste gedeelte van het oude Poitou en gedeelten van Anjou en Bretagne. De revolutie vond in Vendée, waar de klove tusschen derden stand en adel en geestelijkheid niet bestond, weinig weerklank. Reeds 1790 was het land in gisting en de strooptochten der Chouans vormden de voorboden van een algemeenen opstand, waartoe 12 Maart 1793 een groote lichting van recruten den stoot gaf. In St. Florent werd Cathelineau, in NederPoitou Charette tot aanvoerder gekozen. Sedert het midden van Mei gaf Larochejacquelein in vereeniging met anderen door de overwinningen bij Fontenay-le-Comte, bij Thouars en bij Saumur aan den opstand groote uitbreiding; Saumur werd het middelpunt der geheele beweging, een opperste raad ingesteld en Cathelineau tot hoofdaanvoerder gekozen.
Een mislukte aanval der royalisten op Nantes 29 Juni 1793, waarop zij1 zich moesten verstrooien, deed de Conventie besluiten, tot onderdrukking van den opstand over te gaan; daartoe werden twee groote legers tegen hen uitgerust; ook de Vendeeërs rustten een leger uit onder d’Elbée (in plaats van den 11 Juli overleden Cathelineau). Doch de engelsche vloot, welke den Vendeeërs hulp bracht, kon niet landen en de tocht van Larochejacquelein naar de kust, waar hij die hulp wilde afwachten, veroorzaakte slechts groote verliezen; hij werd 12 Dec. bij Le Mans verslagen en ongeveer 10.000 gevangen Vendeeërs van ieder geslacht en leeftijd werden ter dood gebracht te Le Mans en later tal van anderen te Nantes. Inmiddels versterkte Charette zijn korps en bracht den republikeinen harde slagen toe. Daarop besloot de Conventie, het land te laten verwoesten door de „helsche colonnes” van generaal Turreau, die evenwel teruggeroepen werd waarna men een zachter systeem beproefde. Op voorstel van Carnot werd 2 Dec. 1794 den Vendeeërs vrede en vergiffenis aangeboden; de afgevaardigden der Conventie traden in onderhandeling met Charette en sloten met hem en andere aanvoerders een verdrag. Toen evenwel een engelsche vloot in Juni 1795 het fransche emigrantenleger te Quiberon aan land zette, begon Charette den strijd opnieuw; doch oneenigheid onder de aanvoerders en de maatregelen van Hoche deden den opstand mislukken; Charette en Stofflet werden in het voorjaar 1796 gevangen genomen en gefusilleerd.
Nog herhaaldelijk werd de opstand opnieuw beproefd, doch zonder succes. Volledige onderwerping bracht eerst de door Bonaparte afgezonden generaal Hedouville in Jan. en Febr. 1800 tot stand. Reeds na het eind van den russ. veldtocht van 1812 weigerden de Vendeeërs belasting en recruten, en in den veldtocht van 1814 stonden 8000 boeren op, doch gingen na het afdanken van Napoleon weer uiteen. Tijdens de Honderd dagen grepen de Vendeeërs nogmaals naar de vrnpenen. De Bourbons overlaadden hun aanvoerders met gunsten en ambten. Na de Juli-revolutie van 1830 verhief zich onder den adel van V. een talrijke partij, die het land ten gunste der oude dynastie weer in opstand trachtte te brengen. In April 1832 sloop zelfs de weduwe van den hertog van Berry het land binnen om den opstand te bevorderen, doch haar gevangenneming en de ontdekking van haar zwangerschap brachten het volk tot bedaren.