bij de Romeinen in den oudsten tijd een soort kluchtspelen, waarbij door jongelieden afzonderlijke liederen, verhalen, dialogen in bonte mengeling, afwisselend in gebonden en ongebonden vorm werden voorgedragen; toen 364 v. Ghr. publieke tooneelspelen werden ingevoerd, vonden daarbij ook de saturae een plaats.
Het woord S. beteekent „allerlei” (eigenl. een schotel met verschillende vruchten); in den zin van bont naar vorm en inhoud werden saturae gedicht door Ennius en door M. Terentius Varro, terwijl reeds vóór hen Lucilius er gemaakt had in metrisohen vorm, welke een zelfde karakter hadden als de Satiren (de latere vorm van het woord) van Horatius.