Karl menger

betekenis & definitie

oostenr. staathuishoudkundige, geb. 23 Febr. 1840 in Galicië, werd 1873 hoogl. te Weenen, in 1900 tot lid van het Heerenhuis benoemd. Hij schreef: Grundsätze der Volkswirtschaftslehre (Weenen 1871), Untersuchungen über die Methode der Socialwissenschaften (1883), Die Irrtümer des Historismus in der deutschen Nationalökonomie (1884), Zur Theorie des Kapitals (in de „Jahrbüchern für Nationalökonomie und Statistik”, Jena 1888), Beiträge zur Währungsfrage in Oesterreich-Ungarn (1892).