(lat. Finis terrae, 's land einde) Departement in het uiterste westen van Frankrijk, een deel van het voormalige NederBretagne, beslaat een oppervlakte van 7070 km2., telde in 1896: 728.590 inw. (in 1901: 763.139 inw.), en is verdeeld in de 5 arrondissementen Brest, Chateaulin, Morlaix, Quimper en Quimperlé, tezamen met 294 gemeenten ; hoofdstad is Quimper; het departement ressorteert onder het hof van appèl en de academie te Rennes, en onder het bisdom Quimper, suffragaan-bisdom van Rennes. Het spraakgebruik onderscheidt in F. nog de landschappen Tréguier, Leon en Cornouailles. Het land wordt doorloopen door twee reeksen hoogteketens, de Montagnes d’Arrée en de Montagnes noires, die nergens een grooter hoogte dan 400 meter bereiken; beide loopen van het oosten naar het westen ; zij bestaan uit graniet, en verleenen het land een uitermate schilderachtig aanzien. De bodem bestaat uit graniet, gneis, glimmerschiefer en oude toonschiefer; rondom Quimper ligt steenkool. De 600 km. lange kust is hoog en steil, met geweldige rotsmassa’s bezet, en rijk aan voorgebergten en kapen, bochten en insnijdingen; over de geheele lengte liggen op korten afstand klippen en eilandjes (Quessant, Sein, enz.); onder de vele havens, baaien en reeden zijn die van Brest, Douarnenez, Audierne, Forest en de Anse de Bénodet de voornaamste. Het dept. heeft tal van kleine rivieren (Aune, Elorn, Odet), meertjes en plassen. Het klimaat is, door den invloed van den oceaan, zeer zacht, vochtig en winderig; de gemiddelde jaartemperatuur van Brest (11,7°) overtreft die van alle andere plaatsen des lands op gelijken breedtegraad; over het geheele departement daalt de thermometer niet dan hoogstzelden onder —6°, aan de andere zijde stijgt zij zelden boven 23". Wegens de geringe zomerwarmte wast in F. geen wijn, en zelfs aan de zuidhellingen der hoogten komt de mais niet altijd tot rijpheid Te Quimper en Morlaix valt 800, in de omgeving van de baai van Douarnenez 1000 millimeter regen per jaar. De grond levert groote hoeveelheden tarwe (1897 : 1½ millioen hectoliter), rogge, haver, gerst, boekweit, aardappelen, vlas, hennep, peulvruchten, groenten, appelen en peren, welke laatste voornamelijk tot bereiding van ciders worden gebruikt. Boomgewassen ontbreken zoo goed als geheel. Naast landbouw zijn veeteelt, zuivelbereiding, vischvangst, handel en industrie de hoofdmiddelen van bestaan. Hier en daar bevat de bodem eenig ijzer, zink, bismut, steenkool, porceleinaarde, graniet, porfier, serpentine, schiefer. F. had in 1899: 419 km. door den staat onderhouden wegen; verder staat het verkeer het NantesBrestkanaal ten dienste. Het land is rijk aan gedenkteekenen en monumenten uit den keltischen tijd : ten z.o. van Brest bevinden zich vele overblijfselen van Druïdensteenen. De bevolking spreekt den bretonschén tongval.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk