1. Graafschap in de Iersche prov.
Ulster officinarum, (rug- ten n. begrensd door zijde en saam- het meer Neagh, ten o. gerold). door Down, ten z. door Louth, ten w. door Tyrone en Monaghan; oppervl. 1326 km2, 144.000 bew., hoofdplaats Armagh. In het zuidelijk deel sluit een heuvelketen zich bij. het Mournegebergte, in het graafschap Down, aan en bereikt in den 377 m. hoogen Slieve Gullion zijn grootste hoogte; het midden en het vlakke noordelijk deel is zeer vruchtbaar en dicht bevolkt. De voorn, rivieren zijn: de Bann, de Blackwater, de Callan en de Newry; hoofdproducten zijn aardappelen, haver en vlas. De eene helft van den bodem is eigendom van eenige grootgrondbezitters, het andere van de kerk. Het graafschap is verdeeld in 8 baronnieën en 28 kerkspelen en zendt 3 afgevaardigden naar het Parlement. Voorn, steden behalve de hoofdstad: Lurgan, Portadown, Tanderagee en Newry.2. Hoofdpl. van het gelijknamig graafschap (zie vorig artikel), 53 km. z. w. van Belfast en daarmee evenals met Dublin door een spoorweg verbonden, aan de Callan, zijr. van de Blackwater; A. is zetel van een katholieken en van een anglikaanschen aartsbisschop. 10,000 inw.; handel in koren, linnen en garen.
