(zelfstandig naamwoord)
[alg.] overeenkomst, treffer
- Een DNA-treffer leidde naar de broer van de moordenaar.
[passend paar] koppel, span, stel, combinatie
- Herr Heinzelmann, we waren samen toch zo'n enig span. Ik was er helemaal bezeten van.
[sport] wedstrijd, treffen
- Zelden zo'n spannende wedstrijd gezien!