Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

match

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] overeenkomst, treffer

- Een DNA-treffer leidde naar de broer van de moordenaar.

[passend paar] koppel, span, stel, combinatie

- Herr Heinzelmann, we waren samen toch zo'n enig span. Ik was er helemaal bezeten van.

[sport] wedstrijd, treffen

- Zelden zo'n spannende wedstrijd gezien!