Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

barkeeper

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] kastelein, kroegbaas, caféhouder

- Een goede kroegbaas schenkt niet meer bij als zijn klant dronken dreigt te worden.

[alg.] barman, barvrouw

- Ik werk als barman en zij als barvrouw in dezelfde kroeg.

< >