Wat is de betekenis van barkeeper?

2024-04-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

barkeeper

(zelfstandig naamwoord) [alg.] kastelein, kroegbaas, caféhouder - Een goede kroegbaas schenkt niet meer bij als zijn klant dronken dreigt te worden. [alg.] barman, barvrouw - Ik werk als barman en zij als barvrouw in dezelfde kroeg.

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

barkeeper

barkeeper - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die achter de bar staat en drankjes voor de gasten inschenken|inschenkt Woordherkomst van het Engels, samenstelling van bar en keeper Synoniemen barman, bartender Verwante begrippen barkeepster

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Barkeeper

(barman) buffetbediende in een bar

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Barkeeper

buffethouder; tapper

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

barkeeper

(Eng.) m. buffethouder, bediende in een bar.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Barkeeper

[Eng.], m. (-s), de exploitant van een bar.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

barkeeper

barkeeper - m., buffethouder; tapper.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)