Loch o. (-en), (scheepst.) gat, opening; (glasfab.) gat, opening waardoor de glasmaker het gesmolten glas aan zijne blaaspijp steekt;
— (gew.) gat, kuiltje waarin jongens knikkeren. LOCHJE, o. (-s), knikkerkuiltje.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: