Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie C
- Carthago
- Carthago delenda est
- Cartilagineus
- Cartograaf
- Cartografie
- Cartografisch
- Cartometrie
- Cartometrisch
- Carton
- Cartonnage
- Cartonnagefabriek
- Cartonnageindustrie
- Cartotheek
- Cartouche
- Caryatide
- Casaque
- Cascade
- Cascademethode
- Cascadeversterker
- Cascara
- Cascarapil
- Cascaratablet
- Casco
- Casco-assurantie
- Cascoverzekering
- Caseïne
- Caseïnelijm
- Caseïneverf
- Cash
- Cash and carry
- Casimir
- Casino
- Casinobrood
- Cassander
- Cassandra
- Cassatie
- Cassatieberoep
- Cassatiemiddel
- Cassatierechter
- Cassave
- Cassavebrood
- Cassavemeel
- Casseren
- Casserole
- Cassette
- Cassettenplafond
- Cassii
- Cassiodorus
- Cassiopea
- Cassis tutissima virtus
- Cassolette
- Cassonade
- Casta ad virum matrona parendo imperat
- Casta est quam nemo rogavit
- Castagnetten
- Castalia
- Castigat ridendo mores
- Castigatie
- Castigeren
- Castor
- Castor-olie
- Castor-zaad
- Castoreum
- Castorine
- Castraat
- Castratie
- Castreren
- Casu quo
- Casualisme
- Casualist
- Casualiteit
- Casualiter
- Casueel
- Casuïst
- Casuïstiek
- Casus
- Casus non est imputabilis
- Casusleer
- Casuspositie
- Catachrese
- Cataclysme
- Catacombe
- Catacoustiek
- Catalecten
- Catalectisch
- Catalepsie
- Catalogiseren
- Catalogus
- Catalogusprijs
- Cataloguswaarde
- Cataplasma
- Catapult
- Catapultinrichting
- Catapultvliegtuig
- Cataract
- Cataractmesje
- Cataractoperatie
- Catarrh(e)
- Catarrhaal
- Catastrophaal