Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

Gepubliceerd op 15-08-2017

mulat

betekenis & definitie

mulat [halfbloed]. Door dit woord worden aangeduid die geboren zijn uit een blanke man en een negerin of uit een blanke vrouw en een neger, alsmede (tot zekere hoogte althans) die gesproten zijn uit mulatten en blanken. Het woord behoort uit de aard der zaak vooral op de westkust van Afrika en in West-Indië thuis, waar wij het hebben overgenomen van de Spanjaarden en Portugezen. De Engelsen kennen het evenzeer in de vorm mulatto, de Fransen in die van mulâtre.

Omtrent de oorsprong van dit woord bestaan twee gevoelens. Volgens het eerste stamt het af uit het Arabisch en wel van moewallad, waaraan men de betekenis toekent van ‘iemand die uit een Arabische vader en een vreemde moeder (slavin) of uit een slaaf en een vrije Arabische moeder geboren is.’ Deze verklaring is het eerst gegeven door Reiske in een noot op Abulfedae Annales Moslemici, I, p. 264; beaamd door De Sacy, Chrestomatie Arabe, II, p. 155, en opgenomen in Freytags Arabische woordenboek en in Engelmanns Glossaire des mots espagnols et portugais dérivés de l’Arabe. Vandaar dat ik in mijn aankondiging van Dozy’s Oosterlingen, in De Gids voor 1867, deel I, mij verwonderde dat dit woord, aan welks afkomst uit het Arabisch ik toen niet twijfelde, niet in dat boekje was opgenomen.

Later evenwel heb ik ingezien dat dit woord niet van moewallad kan zijn afgeleid om de volgende redenen.

1. Vooreerst is de betekenis van moewallad door Reiske en De Sacy niet juist opgegeven. Het betekent: een onder de Arabieren opgenomen vreemdeling, iemand die tot Arabier aangenomen, als zodanig genaturaliseerd is, of, zoals het is uitgedrukt in Zamachschari’s Lexicon Arabico-Persicum: ‘iemand die uit vreemden onder de Arabieren geboren en met de kinderen der Arabieren naar hun zeden opgevoed is.’ Prof. Dozy zegt in zijn vermeerderde uitgave van het Glossaire des mots Espagnols, enz., p. 384, dat in Spanje, tijdens de Arabische heerschappij, de naam van moewallad werd gegeven aan de Spanjaarden die de godsdienst van de Arabieren aangenomen hadden en dus onder de Arabieren waren opgenomen. De plaatsen van Abulfeda en Makrizi, die tot de verklaring van Reiske en De Sacy aanleiding gaven, kunnen ongetwijfeld evengoed van geadopteerde Arabieren als van personen van gemengde afkomst worden opgevat.
2. Evenmin als de betekenis, begunstigt ook de vorm van het woord moewallad de bedoelde afleiding. Een samentrekking als van moewallad tot mulat zou in de Romaanse talen zonder voorbeeld zijn. Alleen in het Javaans zou men misschien een voorbeeld van zo’n samentrekking kunnen vinden, namelijk in modin voor het Arabische moadzdzin, de uitroeper van het gebed. Maar zelfs dit voorbeeld zou vervallen als men kon tonen dat de Javanen dit woord in de evenzeer bestaanbare, ofschoon dan ook minder gebruikelijke, vorm moedzin van de Arabieren of Perzen kunnen ontvangen hebben.

De tweede afleiding van mulat is veel eenvoudiger; zij is die welke Engelmann met de volgende woorden verwerpt: ‘il va de soi-même que ce mot n’a rien de commun avec mule, dont on a voulu le dériver.’ Ik zeg daarentegen met prof. Dozy, die trouwens zelf reeds heeft opgemerkt, dat ik later van gevoelen was veranderd: ‘Je dois avouer que j’approuve au contraire l’étymologie repudiée par M. Engelmann.’

Ik moet hier evenwel met een woord zeggen welk bezwaar mij aanvankelijk vooral weerhield mulat met de muilezel in verband te brengen. Deze heet in het Latijn mulus, in het Spaans mulo, in het Portugees gewoonlijk mu (afgekort uit mulo, waarvan echter het vrouwelijk mula nog in gebruik is). Later evenwel is mij gebleken, dat ook de verlengde vorm mulato oudtijds in het Portugees de muilezel aanduidde. Dit wordt uitdrukkelijk opgegeven in het woordenboek van Moraes Silva, die als voorbeeld deze woorden van Sa Miranda aanhaalt: ‘ou dormindo no mulato.’ Het is dus dit mulato zelf (waarmee men het Franse mulet vergelijke), dat figuurlijk de personen van half-blanke, half-zwarte afkomst aanduidde, gelijk de muilezel half paard, half ezel is. En zo wordt het ook door Moraes Silva opgevat. Op het eerste gezicht heeft deze verklaring wel iets van een snaakse inval, maar dit bezwaar vervalt als men bedenkt dat de kleurlingen een verdachte kaste vormen, wat het goed denkbaar maakt dat het volk hen spottend muilezels noemde.

Voor de afkomst van mulat uit het Spaans of Portugees pleit ook nog dat wij creool en mesties, woorden die tot dezelfde klasse behoren, aan dezelfde naties verschuldigd zijn. [Vergelijk verder neger.]