Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

Gepubliceerd op 15-08-2017

cipay, sipoy 1

betekenis & definitie

cipay, sipoy [inlandse soldaat]. De inlandse soldaten in dienst van de Engelse regering in Hindoestan worden door de Engelsen gewoonlijk Seapoy of Sepoy genoemd; de Franse vorm daarvan is cipaye. In navolging van dit laatste en ten gevolge, naar het schijnt, van de zonderlinge neiging bij ons volk om alle woorden die het niet kent voor Frans te houden en op Franse wijze te spellen, schrijven sommige Nederlandse schrijvers Cipay, bijvoorbeeld De Boer, Krijgs- en geschiedkundig overzigt van den Punjab, p. 260, 261. Anderen houden zich meer aan de Engelse vorm, maar toch dikwijls met enige afwijking. Zo nemen bijvoorbeeld Van Dale en de Kunstwoordentolk van Kramers-Bonte de vorm Sipoys (meervoud) op en de heer Steyn Parvé, De Bijbel, de Koran en de Veda’s, deel I, p. 12, 14, schrijft Sepay op. De beste schrijfwijze is sipahi, zoals geschreven wordt door prof. Pijnappel in de Bijdragen voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, deel II, p. 130, in de vertaling van een Maleis stuk, waarvan de schrijver in de vorm Soepei een andere verbastering van het woord te aanschouwen gaf. De schrijfwijze sipahi heb ik ook nagevolgd onder andere in mijn Java, deel II, p. 589. Zij houdt zich nauwkeurig aan de oorspronkelijke Perzische vorm. In die taal is sipahi een adjectief gevormd van sipah ‘leger’, evenals lasjkari van lasjkar (zie op laskar). Uit dit sipahi is bij samentrekking ook spahi ontstaan, een naam van de Turkse ruiters, waarover men Dozy’s Oosterlingen raadplege.