smeerlap (informeel)
Maar godzijgedankt was die oude dorper in slaap gevallen, onder de boom al naast de beek, en reinaert kroop in de boom met zijn achterdeel door heen de blaren - vuilerik die hij altijd is geweest - om vlak boven het gelaat van de oude dorper iets te doen dat ge niet beschrijven moogt, maar dat breughel toch geschilderd heeft tot spijt van wie alleen maar suiker schijt.
(Louis Paul Boon, Wapenbroeders)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 1
Vlaamsheid: 2
Gepubliceerd op 21-07-2020
vuilerik
betekenis & definitie