vastzitten (informeel)
Geef toe, Benoit, we zitten strop. Al een hele tijd. Gij en ik. Ik voel dat allang. Maar hoe gaat dat, ge wilt dat niet zien, 't gaat wel weer over, 't komt door de omstandigheden zegt ge. 't Is altijd de schuld van iets of iemand anders.
(Geertrui Daem, Het verdeelde huis)
Het verkeer in het centrum van Tongeren heeft vrijdagnamiddag een tijd lang strop gezeten omdat de Hemelingenstraat en een deel van de Maastrichterstraat werd afgesloten.
(Het Belang van Limburg)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gepubliceerd op 21-07-2020
strop zitten
betekenis & definitie