Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

garagepoort

betekenis & definitie

garagedeur

Een bestelwagen reed uit de garage de straat op, stopte, de jongeman sprong eruit, deed de garagepoort op slot, vergrendelde het hek, stapte weer in het voertuig en vertrok.
(Elvis Peeters, De ontelbaren)

Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 6
Vlaamsheid: 7