proeven, savoureren
Vader Van den Oever had een deftig café onder de Onze-Lieve-Vrouwetoren, maar de dochters mochten zich daar niet vertonen. 's Zondags na de hoogmis kwamen de deftige burgers er een ‘witteke’ degusteren alvorens ze naar huis wandelden, met hoge hoed, handschoenen en wandelstok.
(Renaat Braem, Het schoonste land ter wereld)
Er wordt achter de groene tafel gezellig koffie geserveerd, de heren roken een sigaartje, de dames degusteren een koekje, en ondertussen worden beduusde en doorgaans ook ietwat imbeciele stakkerds aan de lopende band voor vele maanden en soms voor jaren naar de vergeetputten van hermetische gekkenhuizen gekanaliseerd.
(Roger van de Velde, Recht op antwoord)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 5
Vlaamsheid: 6
Gepubliceerd op 21-07-2020
degusteren
betekenis & definitie