Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

deftig

betekenis & definitie

flink, intensief (informeel)

Al na drie ronden voelde ik dat het niet goed zat. Het tempo lag laag en toch moest ik afhaken. Ik hoop nu om snel terug gezond te worden zodat ik eindelijk terug wat deftig kan trainen.
(Gazet van Antwerpen)
Vorig jaar en in het begin van dit seizoen stonden de Brusselaars er bij de buitenwereld om bekend dat ze deftig konden aanvallen, maar nauwelijks aan verdedigen toekwamen.
(Het Laatste Nieuws)

Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 7
Vlaamsheid: 2