je bent hier niemand in de weg, je bent niet tot overlast, hoeft niet weg te gaan. Ook van zaken: dat staat geen boer in ’t venster.
De gedachte is dat iets dat voor of in de vensteropening van een boerenstuip staat (met één enkel venster) het licht daarin geheel onderschept en dus gauw weggeruimd (resp. weggejaagd) zal worden. Niet voor Harrebomée (1855) opgetekend.