spottend gezegd tot iemand die allerlei onderstellingen uitspreekt in zinnen beginnende met als (uitgesproken as), om hem het ijdele en nietswaardige daarvan te doen gevoelen. In Brabant gebruikt men hiervoor: as is verbrand hout.
Analoge spreekwijzen zijn o.a. Assen ligt in Drente; as ligt aan de haard; as komt in de meulen te pas. In Zuid-Nederland: Assche ligt tegen Brussel. Aan iemand die telkens och zegt, als uitroep van ontevredenheid of wrevel, antwoordt men Og was koning in Bazan (Numeri 21). Zegt iemand: ik meende, dan krijgt hij ten antwoord: Meenen ligt dicht bij Kortrijk of Meenen ligt in Vlaanderen; ook Mijnen ligt op Drente of Mijnen het zo mennig old wief bedrogen. Aan hem die zegt ik wou wel enz., antwoordt men: Wouw ligt een uur achter Roozendaal; en tot degene die tot spoed aanspoort door gauw te roepen: Gauw ligt dicht bij Sneek; Fri.
Gau leit tichte by Snits. Vraagt men iemand, wiens woorden men niet goed verstaan heeft, watte?, dan luidt het antwoord: ’t Is geen watte, maar wolk of watte verkoopt men in de winkel of watte is tussenvoering. Mensen die altijd beweren dat het vroeger beter was antwoord men: was (= bijenwas) is altijd beter, al regende het honing. In Groenlo geeft men iemand die „nee” zegt, ten antwoord: Nee (d.i. Neede) is hier twee uren vandaan. In de Zaanstreek: hij zit in het zelschuitje of hij gaat (rijdt) altijd met de zelwagen, van iemand die altijd zegt ik zal (zei) dat doen, maar die beloften niet nakomt; in Deventer tot iemand die zegt je mo(e)t: motten bint varkens, woordspeling met mot(te), zeug.
Zegt men in Antwerpen ik kan niet, dan volgt als antwoord: zet de kan weg en neem de stoop. Vgl. Fr. avec un si on mettrait Paris dans une bouteille (wdsp. met scie, zaag).