Een broodetende profeet, iemand aan wiens voorspellingen weinig of geen waarde kan worden toegekend, waarschijnlijk ontleend aan de smalende woorden die Amasja, priester van Betel, sprak tot Amos:
Ziener! ga heen, vlucht naar het land van Juda; eet daar brood, en profeteer daar (Am. 7:12).
Vgl. 1 Sam. 2:36 en 1 Kon. 13:15 e. v.
Opm.: het woord profeet betekent misschien ‘spreker in naam van een ander’. Een profeet werd vaak een ‘ziener’ genoemd. Zie boven en 1 Sam. 9:9.