1. Sterkte.
2. Kloekmoedigheid, dapperheid,sterkte. Fortitudo est quaedam medietas circa timores et audacias, s. THOMAS, COMM. IN HI ETHIC. NIC., LECT. 14, Sterkte is de middenweg tusschen vrees en roekeloosheid. — Est duplex fortitudinis actus, scilicet aggredi et sustinere, s. THOMAS, SUM. THEOL. II-II, Q. 128, A. I, C. Daar komen twee handelingen van de sterkte voort, aan te vallen en te verduren. — Fortitudini, secundum quod est specialis virtus,non possunt assignari partes subiectivae, eo quod non dividitur in multas virtutes specie differentes, quia est circa materiam valde specialem, IBIDEM, De sterkte kunnen, wanneer ze als bizondere deugd beschouwd wordt, geen ondersoorten worden toegewepen, ze wordt immers, daar ze een heel bizondere stof betreft, niet in allerhande soortelijk verschillende deugden ingedeeld.—Fortitudo civilis, Staatsburgerlijke dapperheid. Fortitudo militaris, Krijgsdapperheid. Fortitudo politica, Staatsburgerlijke dapperheid.
