Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zwakhoofd

betekenis & definitie

iemand met weinig verstand; domoor.

... ik mag zorgen, geen weeke zwakhoofd te schijnen en geen morrende Heiden bij zóó hoog een voorbeeld! (A.L.G. Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland, z.j.)

Een zeehond is toch geen hond, zwakhoofd! (M. Remacle, Zwartbaard en de indianen, 1968)